2
jan
2019
Impostersyndroom Doctoreren

De mislukte onderzoeker

Vorige week zat ik samen met mijn collega in mijn woonkamer te werken aan een wetenschappelijk artikel. En ik zei: ik voel me soms een mislukte onderzoeker. We waren nochtans een artikel aan het aanpassen voor publicatie in een 1ste kwartiel tijdschrift (d.w. z. behorende tot de top 25% van meest geciteerde tijdschriften in een bepaald vakgebied). Een activiteit die doorgaans niet wordt uitgevoerd door mislukte onderzoekers. Bovendien waren we in de vakantie aan het werk om deze taak er nog snel tussen te nemen. Aan onze inzet zal het dus ook niet gelegen hebben. Hoe kwam het dan toch dat ik me zo voelde?

Blijkbaar bleef mijn uitspraak nog even hangen bij mijn collega, want even later kwam ze er weer op terug. “Gij zijt echt geen mislukte onderzoeker hoor Haydée.” En natuurlijk heeft ze gelijk, want objectief gezien is er niets mis met mijn traject als doctoraatsonderzoeker. Subjectief ook niet, maar toch bleef ik met dat vervelende gevoel zitten van ‘tekort te schieten’.

Het Imposter Syndroom

Het gevoel van onterecht een bepaalde functie te bekleden, je plaats als werknemer eigenlijk niet te verdienen, of beter ingeschat te worden dan je je werkelijk voelt, heeft een naam: het Imposter Syndroom. Je voelt je dus een bedrieger. Echte bedriegers hebben hier overigens geen last van, dus als je dit gevoel hebt kan meteen al op je beide oren slapen.

Maar goed, als je last hebt van impostergerelateerde gevoelens, kan dat echt vervelend zijn. Je hebt gedachten als “ooit zal ik door de mand vallen,” “ik ben zo goed niet als iedereen denkt,” “iedereen rond mij weet veel beter waar ze mee bezig zijn,” “ik presteer niet zo goed als ik zou moeten,” “gelukkig weten mensen niet hoe incompetent ik werkelijk ben,”… Niet alle gedachten zijn even zwaar, even frequent of even extreem. Maar de rode draad bij het Imposter Syndroom is dat je het gevoel hebt dat mensen jou onterecht als competent inschatten.

Meestal val ik niet zo snel ten prooi aan impostergedachtes. Ik ken mezelf, weet wat ik waard ben, en kan goed zaken in perspectief plaatsen. Maar af en toe besluipt mij ook dat onaangename gevoel van onterecht doctoraatsonderzoeker te zijn. Tijdens twee periodes had ik hier een beetje last van.

Mijn impostermonster

Mijn eerste periode was toen ik pas begon als onderzoeker. Ik was heel blij dat ik kon beginnen werken aan een interessant onderzoeksproject. Als psycholoog kwam ik terecht in een onderzoeksomgeving waarin de meeste mensen een onderwijskundige achtergrond hadden. Plots ging het niet meer over the dark triad, intelligentietesten, persoonlijkheid, depressievragenlijsten en perfectionisme. In plaats daarvan was ik getuige van discussies over decreten waar ik niks van afwist, en wist ik niet hoe snel ik bepaalde termen en theoretische kaders moest googelen. “Help, ik weet niks!” dacht ik. “Waarom wilden ze me in godsnaam in hun team hebben? Ik word vast de grootste teleurstelling in de geschiedenis van de Universiteit Antwerpen.” Gelukkig ben ik van nature een relatief open persoon, en sprak ik hierover met mijn collega-onderzoekers. Daardoor realiseerde ik me dat mijn achtergrond ook heel waardevol was, en dat iedereen zich wel eens zo voelt. De impostergevoelens kropen weer terug in hun gemene donkere hol.

Lees ook: “Je weet pas wat doctoreren is als je het zelf meemaakt.” | Waarom je hart luchten bij collega’s fijn is.

De tweede periode waarin het impostermonster zich weer toonde was tijdens de afronding van mijn doctoraat. Afgelopen periode dus. Zelfs als je niet extreem perfectionistisch bent, zorgt de afronding van een doctoraat er toch voor dat je plots aan alles begint te twijfelen. Je focust op alles wat nog niet 100% goed zit, en ziet ineens overal zwakke punten en of minder sterk onderbouwde passages. “Straks is dit een gedrukt boek, dus dan mag er niets meer zijn dat niet in de buurt komt van pure perfectie,” denk je. Dat is natuurlijk onzin. Een doctoraat is een verzamelwerk van vergaarde inzichten en jarenlang werk. Pure perfectie zou pas echt griezelig zijn. Maar omdat je je in die laatste fase zo sterk op de mindere kanten van je werk focust, begin je net weer aan je eigen capaciteiten te twijfelen. Ergens krijg je het gevoel dat het toch niet helemaal terecht is dat je die doctoraatstitel ambieert, maar hoop je toch dat de jury in een vlaag van zinsverbijstering je een positief antwoord geeft op de vraag of je mag verdedigen. En dan krijg je uitspraken als: “Ik voel mij soms een mislukte onderzoeker.”

Wat te doen als je jezelf een imposter voelt?

Het slechtste wat je op dat moment kan doen is dit voor jezelf houden. Daarom vertelde ik dit ook tegen mijn collega. En plots besef je hoe belachelijk dit eigenlijk is. Het bedriegersgevoel verdwijnt meteen, want je bent niet meer ‘stiekem’ die aanmodderende medewerker. Heb je hier ook soms last van? Dan raad ik aan om dit te bespreken met andere mensen waarbij je je op je gemak voelt. Meestal komen de verhalen dan wel vanzelf los. Zo ontdekte ik dat de meeste mensen hier wel eens last van hebben. Ook die prof met een indrukwekkend palmares aan publicaties. Sommige mensen hebben hier zelfs zoveel last van dat dit hun carrièrekansen negatief gaat beïnvloeden. Ze saboteren zichzelf als het ware. En dat is toch vreselijk jammer! Ik prijs me dus gelukkig dat ik enkel aan het begin en aan het eind van mijn doctoraat eventjes het impostermonster moest terugwijzen naar de plaats waar het hoorde.

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat sociale ondersteuning helpt tegen het Imposter Syndroom. Ik raad ook aan om de collega’s bij wie jij je goed voelt hier actief over aan te spreken. De succesverhalen hoor je heel vaak bij anderen, want dit komt je automatisch ter ore. Maar de wall of shame is duidelijk niet zo’n populair mededelingenbord. Die zie je pas als je je zelf kwetsbaar durft op te stellen. En dan besef je dat je helemaal niet raar, afwijkend, tekortschietend, beschamend, of wat dan ook bent. Openheid is dus heel belangrijk!

En hoor je toch nog eens dat stemmetje dat zegt “jij bent eigenlijk niet goed genoeg voor deze job?” Weet dan dat dit het impostermonster is dat spreekt!

Heb jij ooit al last gehad van impostergedachten of impostergevoelens? Laat het weten in een reactie!

Impostersyndroom Doctoreren

Photo by John Noonan on Unsplash

You may also like

Bloggen
Ben ik gestopt met bloggen?
dertig jaar
Is 30 jaar worden moeilijk?
2020
In 2020 heb ik kruimels van tafel opgeveegd
hoe is mama zijn echt?
1 jaar mama zijn: hoe is het écht?
Fietsen door de bomen in Limburg
Een update: hoe heb ik de tijd in mijn verlof besteed?
Doctoraatsverdediging
Mijn doctoraatsverdediging: hoe ik me die dag echt voelde

Leave a Reply

CommentLuv badge

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.