1
okt
2019
hyperemesis gravidarum

Mijn hel tijdens de zwangerschap: hyperemesis gravidarum

Een kleine minderheid (0,3 tot 2%) van de vrouwen krijgt tijdens de zwangerschap te maken met extreme zwangerschapsmisselijkheid, oftewel hyperemesis gravidarum. Ik wist dat het bestond – natuurlijk, Kate Middleton had tenslotte die aandoening bij alle drie haar zwangerschappen gehad en dat was uitgebreid in de media gekomen – , maar had daar verder niet echt bij stilgestaan. Het heeft geen zin om je op voorhand druk te maken over alle mogelijke kwalen en randverschijnselen die je eventueel zou kunnen hebben tijdens je zwangerschap.

In deze blogpost wil ik mijn ervaring met hyperemesis gravidarum delen. Ik deel doorgaans geen medische wetenswaardigheden over mezelf op deze blog, maar ik geloof dat andere vrouwen die hetzelfde doormaken zich gesteund kunnen voelen door dit te lezen. Je bent zeker niet alleen, ook al lijkt dit soms wel zo. Al te snel wordt gezegd: “ah ja, zwangerschapsmisselijkheid, ik heb daar ook last van gehad.” Maar het gaat niet gewoon over zwangerschapsmisselijkheid, en af en toe eens overgeven. Zwanger zijn is geen ziekte, en misselijkheid en overgeven horen er soms gewoon bij. Maar hyperemesis gravidarum is wel een ziekte, en kan ernstige consequenties hebben als het niet behandeld wordt. Ik wil in deze blogpost ook niet te diep ingaan op de onsmakelijke details, maar het gaat nu eenmaal wel over een ziekte waarbij je extreem vaak overgeeft. Dus als je niks wilt lezen over dit onderwerp, zou ik nu vooral niet verder lezen.

Dit is hoe ik mijn zwangerschap met hymeremesis gravidarum ervaren heb. Hopelijk kan ik met dit verhaal andere vrouwen in deze situatie een gevoel van herkenning geven. Ik weet wat je doormaakt, en ik beloof dat alles weer beter wordt.

De start: een schijnbaar gewoon zwangerschapskwaaltje

Ik wist ongeveer twee dagen dat ik zwanger was toen het overgeven begon. Eerst vond ik het zelfs een beetje komisch. Iedere keer dat ik weer naar het toilet spurtte voelde ik me een wandelend cliché, en was ik blij dat ik dat typische zwangerschapskwaaltje had. “Mijn HCG-waarden zijn goed aan het stijgen, dat is goed nieuws!” dacht ik. Naarmate de dagen en weken vorderden werd het erger.

“Niet klagen, het hoort er nu eenmaal bij.” “Wees blij dat je dit überhaupt mag meemaken.” “Nog even volhouden, het zal zo weer gepasseerd zijn.” Dit waren de zaken die ik mezelf constant inprentte. Het is moeilijk te zeggen waar gewone misselijkheid precies overgaat in extreme misselijkheid. Het is niet zo dat je de ene dag vrolijk na een toiletbezoekje naar buiten huppelt, en de volgende dag compleet verzwakt als een schim van jezelf je uit de zetel probeert te slepen.

Het is moeilijk te zeggen waar gewone misselijkheid precies overgaat in extreme misselijkheid

Van kwaad naar erger

Het werd gradueel erger. De misselijkheid begon mijn hele dag te beheersen, en het overgeven werd steeds frequenter. Extreme zwangerschapsmisselijkheid is niet hetzelfde als je elke dag misselijk voelen en elke dag overgeven. Het is zelfs niet meerdere keren per dag overgeven. Bij mij was het voortdurende misselijkheid die dag en nacht doorging, waarbij ik op een gegeven moment bijna elk uur overgaf. Soms verlangde ik zelfs naar het overgeven, omdat ik daarna dan misschien even twee minuten minder misselijk zou zijn. Ook ’s nachts ging het overgeven gewoon door.

Ik had altijd een emmer bij als ik met de auto ergens naartoe ging. En geloof me, die heb ik moeten gebruiken ook! Een tochtje van drie kwartier om het blijde nieuws aan familie te vertellen was onoverbrugbaar zonder ‘noodemmer’. Een bezoekje brengen aan mensen vond ik sowieso vrij gênant, want het betekende altijd dat ik op een bepaald moment moest wegvluchten naar het toilet. “Bedankt voor al jullie moeite om lekker te koken, maar het heeft maar een paar minuten in mijn maag gezeten.” Ik had ook altijd een zakje in mijn werktas zitten. In de tram is er namelijk geen vluchtweg. In de trein ging ik vlakbij het toilet zitten. Tijdens mijn traject van Brugge naar Antwerpen vluchtte ik makkelijk drie keer naar het toilet. Iedereen die ooit op een treintoilet heeft gezeten zal begrijpen dat met je hoofd boven die metalen toiletpot hangen één van mijn minst favoriete treinbezigheden is. Treinritten over het algemeen waren een marteling voor mij. Het bewegen en schokken van de trein, de geuren, de drukte, de soms smerige toiletten. De eerste maanden ziet ook niemand dat je zwanger bent, en je hebt al zeker geen recht op een plaatsje in eerste klas. Dat heb je pas na 6 maanden zwangerschap.

Dat misselijkheid en overgeven normale verschijnselen zijn in een zwangerschap helpt ook niet om op tijd aan de alarmbel te trekken als het echt de spuigaten dreigt uit te lopen. Toen ik het mooie nieuws stilaan aan mijn omgeving begon te vertellen, probeerde iedereen me ook te troosten met de woorden “het gaat vast snel over nu,” “ik ben alleen de eerste drie maanden misselijk geweest,” “het hoort er nu eenmaal bij.” Dit was zeer lief bedoeld, en het gaf me ook wel extra kracht omdat ik mezelf er van overtuigde dat het echt bijna over was. Maar de werkelijkheid was anders. Het ergste moest nog komen.

Naar de dokter

Al die tijd was ik gewoon blijven werken, ondertussen vurig hopend dat mijn regelmatige toiletbezoekjes niet teveel argwaan opwekten. Thuis kon ik niks meer doen, en lag ik uitgeput in de zetel met mijn beste vriend de emmer naast mij. Een gelukkige periode was dat niet, want het enige wat ik deed was overgeven, tussendoor proberen te werken, en voor de rest de complete uitputting proberen te verslaan. Leuke dingen deed ik niet meer, al mijn energie ging op aan overgeven en proberen te recupereren van het overgeven. Toen ik een paar nachten nauwelijks had geslapen omdat ik voortdurend moest opstaan om over te geven, besloot ik dat het toch tijd was om de dokter een bezoekje te brengen. Die verwonderde zich over het feit dat ik al die tijd nog steeds was blijven proberen te werken, en zei dat ik toch best eens een week thuis kon blijven. Ik kreeg ook een onschuldig middeltje op basis van gember: Antimetil.

Antimetil werkt misschien als je een beetje onpasselijk bent en last hebt van lichte misselijkheid, maar bij mij was het alsof je een bosbrand probeert te doven met een waterpistool. Ik kreeg later ook nog Postafene voorgeschreven, wat ook helemaal niet werkte. De dagen daarop moest ik weliswaar niet werken (wat al een beetje gemoedsrust gaf, want mijn verminderde productiviteit bezorgde me ook kopzorgen), maar werd ik alleen nog zieker. Uiteindelijk kreeg ik de opdracht me te melden via de spoeddienst van het ziekenhuis, om zo uitgebreider te kunnen worden onderzocht op ernstige uitdrogingssymptomen.

“We zullen eens kijken of de baby nog leeft, anders halen we het direct weg, want het heeft geen nut om zo af te zien als het embryo toch niet meer leeft.” Aan het woord was de gynaecoloog bij wie ik in het ziekenhuis terechtkwam. Zeer nuchtere en correcte woorden, maar op dat moment kwam het voor mij een beetje cru over. Gelukkig was alles in orde met de baby, en konden de testen van start gaan. De gynaecoloog twijfelde me om me op te nemen, en uiteindelijk mocht ik zelf kiezen of ik in het ziekenhuis bleef of naar huis ging. Ik koos om naar huis te gaan. Niet tot tevredenheid van mijn man: “waarom doe je je altijd beter voor dan je bent?” Maar ik deed me niet beter voor. Ik voelde me ellendig, en het feit dat ik daar zat zei toch al genoeg? Wat moest ik dan doen? Schuimbekkend over de grond rollen en een volledig theaterstuk ten opvoer brengen?

Ik kreeg er wel nieuwe medicatie: Primperan. Blijkbaar het standaardmiddel dat aan vrouwen met hyperemesis gravidarum wordt gegeven. Dit gaf me eventjes een opkikker, voldoende om mezelf te overtuigen dat ik echt weer aan het werk kon (wat achteraf gezien compleet gestoord was). “Vrouwen in jouw situatie gaan echt niet werken hoor,” zeiden meerdere artsen mij achteraf. Maar ik deed het dus wel, en moest een tijdje later noodgedwongen weer thuis blijven, zieker dan ooit. De Primperan was bij mij trouwens een compleet fiasco, aangezien ik na twee dagen last begon te krijgen van ernstige bijwerkingen. Weer een gevalletje ‘brute pech’. Ik moest onmiddellijk met dat middel stoppen gezien de ernst van de bijwerkingen, en weer overgaan naar de Postafene, die bij mij totaal niet werkte.

Een schim van mezelf

Ik was al de drie maanden zwangerschap gepasseerd toen het grootste dieptepunt nog moest komen. Dagen aan een stuk kon ik niks binnenhouden. Ik at alleen nog koude aardappel met mayonaise en peterselie. Dat was het enige wat ik kon verdragen van geur en consistentie. Overgeven deed ik toch, maar ik kon het tenminste een paar minuten naar binnen werken. Daarnaast had ik een onverklaarbare hunkering naar aardbeienmilkshake. Ik droomde van aardbeien die ik in mijn fantasie in de zon opat. Ik denk dat die aardbeienmilkshake me nog een paar dagen op de been heeft gehouden (of beter: in mijn eigen zetel), dankzij de rijkheid aan calorieën. Daarnaast dronk ik ook eiwitrijke caloriedrankjes van de apotheker omdat ik al 7 kg minder woog dan voor mijn zwangerschap. Alles met hetzelfde resultaat: mijn maag kon niks verdragen. Op het einde was zelfs een slok water teveel. Drie seconden later moest ik het alweer overgeven. Mijn lichaam voelde niet meer van mij: overal voelde ik botten uitsteken en al mijn spieren leken weggesmolten. “Heb ik me daarvoor zo staan uitsloven in de fitness?” vroeg ik me dan af. Dit was het moment dat ik nog maar een schim was van mezelf. Ik kon niet meer zonder hulp opstaan uit de zetel, ik kon niet alleen douchen of de trap opgaan, ik kon niet meer lachen.

In die periode is het me ook duidelijk geworden dat niet iedereen hyperemesis gravidarum serieus neemt. Dat sommige mensen reageren met “ja, ik weet wat je doormaakt, ik voelde me ook misselijk in het begin van mijn zwangerschap”, kon ik wel nog plaatsen. Mensen weten gewoon niet hoe extreem het bij jou is. Maar zelfs medisch personeel neemt het niet altijd serieus. En dat vond ik toch schokkender. Toen ik belde naar het ziekenhuis omdat ik voortdurend bloed overgaf, kreeg ik gewoon het antwoord: “dat kan geen kwaad voor de baby.” Oké, ik weet wel dat dit kwam omdat er aan mijn maag of slokdarm scheurtjes waren ontstaan door het vele overgeven, maar ik vond dat toch een teken dat het echt te ver ging. Toen ik dat de persoon aan de andere kant van de lijn wou duidelijk maken zei ze: “dus je hebt vandaag moeten overgeven mevrouw?” Welja, vandaag, meerdere keren, eigenlijk de hele dag door, en de dagen en weken daarvoor ook. “Probeer eens een beschuitje te eten voor je opstaat.” En daarmee moest ik het doen.

Het beschuitjesadvies is ondertussen mijn minst favoriete advies ooit. Ik at al weken beschuitjes of cracottes voor ik opstond, ik dronk liters gemberwater, ik at in kleine beetjes de hele dag door. Ik had ook het idee dat ik niet het recht had om te klagen, omdat ik uiteindelijk zelf een zwangerschap had gewild en het geluk mocht hebben dat die wens ook realiteit was geworden.

Ik had ook het idee dat ik niet het recht had om te klagen, omdat ik uiteindelijk zelf een zwangerschap had gewild en het geluk mocht hebben dat die wens ook realiteit was geworden.

De ziekenhuisopname

Toen ik niet meer zonder hulp kon rechtstaan, hebben de mensen uit mijn omgeving me verplicht om opnieuw naar het ziekenhuis te gaan. Als ik er achteraf op terugkijk vind ik het onbegrijpelijk, maar ik wou op dat moment zelf niet naar het ziekenhuis. Ik had er schoon genoeg van om dat stomme beschuitjesadvies te krijgen, en de tocht naar het ziekenhuis leek me daarom een nutteloze onderneming die me alleen maar veel te veel kostbare energie zou kosten. Ik denk echt dat ik op dat moment al zo uitgeput was dat ik niet meer helder kon nadenken. Mijn man heeft me uiteindelijk naar de auto gedragen, en me in een rolstoel naar de dokter van wacht in het ziekenhuis gebracht. Daar kregen we te horen: “mevrouw, ik weet niet wat je hier komt doen, wij kunnen je niet verder helpen.” Ik had zelfs de kracht niet om daar tegenin te gaan, ik wou gewoon mijn ogen dichtdoen en slapen. Mijn man werd op dat moment kwaad (wat helemaal niks voor hem is) en zei: “zie hoe mijn vrouw erbij zit, ik sta erop dat ze verder onderzocht wordt door een gynaecoloog.” Hij heeft mij eigenlijk de stem gegeven die ik op dat moment niet meer had. Eens doorverwezen naar de juiste afdeling, kregen we opnieuw de gynaecoloog te zien die me de vorige keer had geholpen. Na een aantal eenvoudige tests waaruit onder andere een teveel aan ketonen werd vastgesteld, werd duidelijk dat ik aan verhongering en uitdroging leed. Ik werd onmiddellijk opgenomen, en de gynaecoloog voegde eraan toe dat ik eigenlijk twee weken geleden al had moeten opgenomen zijn. Wat een contrast met de “ik begrijp niet wat u hier komt doen,” die we enkele minuten daarvoor nog hadden gehoord.

Uiteindelijk ben ik een week in het ziekenhuis gebleven waarbij ik voortdurend via een infuus vocht toegediend kreeg, en elke dag een reeks controles moest ondergaan. Nog nooit heb ik zo vaak op een weegschaal gestaan als in die week. Ik werd in een eenpersoonskamer gelegd omdat ik zo weinig mogelijk prikkels mocht krijgen. Bezoek was niet toegestaan (behalve van de partner), lezen of tv kijken ook niet. Al mijn energie moest gespaard worden. Dit vond ik overigens helemaal niet erg, want de eerste dagen was een gesprek voeren toch te lastig, en lag ik het liefst met mijn ogen dicht in bed. In het begin mocht ik ook niet eten, want je moest eerst een poosje niet overgegeven hebben. Dat vond ik eigenlijk een opluchting, want ik had helemaal geen zin om te eten. Helaas betekende dat niet dat het overgeven stopte. Na enkele dagen werd besloten dat ze een ander medicijn gingen proberen: Ondansetron. Dit middel werd in mijn infuus gedaan, en nog geen kwartier later voelde ik plots als bij wonder de misselijkheid wegtrekken. Het was alsof ik plots weer overal kleur zag, na een lange winter alleen maar witte sneeuwlandschappen gezien te hebben. Een paar uur later begon ik voorzichtig aan terug te eten. Ik bleef nog twee dagen om verder aan te sterken, en toen was daar het verlossende moment waarop het infuus werd losgekoppeld en ik naar huis mocht.

Ondansetron: niet makkelijk verkrijgbaar

In het ziekenhuis kreeg ik Ondansetron intraveneus toegediend, maar thuis moest ik dit middel natuurlijk anders kunnen innemen. Ik had één tablet meegekregen in het ziekenhuis om de periode te overbruggen tussen thuiskomst en het moment waarop ik met mijn voorschrift dit middel in de apotheek kon afhalen. Helaas bleek Ondansetron niet zo makkelijk verkrijgbaar te zijn. Het was nergens in West-Vlaanderen aanwezig, en ik ging met dat ene tabletje de levertijd niet kunnen overbruggen. Dus waren we opnieuw aangewezen op de ziekenhuisapotheek. Toen mijn man naar het ziekenhuis ging om de medicatie op te halen bleek die ook volledig leeg te zijn. “Je vrouw moet zich maar weer laten opnemen om het intraveneus te krijgen.” Dit is niet de boodschap die je wilt horen na wekenlang af te zien, en vervolgens gedurende een week de ene infuuszak na de andere te moeten krijgen om aan te sterken. Ik dacht dat ik het hele ziek zijn en ziekenhuisgebeuren achter me kon laten. Ik heb me er uiteindelijk gewoon doorgesleept, en de uren afgeteld tot de levering aangekomen was in de apotheek.

Ik ben nog een week thuis geweest om verder aan te sterken, en dan ben ik terug aan het werk gegaan. In principe had ik nog langer thuis kunnen blijven, maar dit wilde ik niet omdat ik mijn oude leven terug wou, en ik bovendien mijn doctoraatsverdediging moest kunnen voorbereiden. Door de medicatie heb ik dit doel kunnen bereiken. Ondansetron zorgde er niet voor dat het overgeven stopte, maar het zorgde er wel voor dat dit niet de hele dag door zo was. Ik vond het niet fijn dat ik medicatie moest nemen, want ondanks dat dit veilige medicatie is, neem je natuurlijk het liefst helemaal niks tijdens de zwangerschap. Toch ben ik heel blij dat Ondansetron bestaat, want dankzij deze medicatie had ik mijn leven terug. En opnieuw zo ziek worden zou ongetwijfeld ook niet goed zijn voor mij of het ongeboren kindje.

Aan iedereen die dit leest: er is licht aan het einde van de tunnel. Aan het einde van mijn zesde maand zwangerschap werden de misselijkheidsklachten zodanig beheersbaar dat ik besloot om te stoppen met de medicatie. Ik had alleen nog last van de ‘normale’ ochtendmisselijkheid die doorgaans typisch is voor het eerste trimester, en van misselijkheid als ik veel stress had of te weinig sliep. Tot op de laatste dag van mijn zwangerschap heb ik last blijven hebben van misselijkheid en overgeven, maar omdat het contrast met de eerste maanden zodanig groot was, vond ik dit helemaal niet erg.

Het wordt echt beter

Heb je zelf last van hyperemesis gravidarum? Houd dan vol! Het wordt écht beter. En er bestaat medicatie die je door de ergste periode heen kan helpen. En het mooiste van alles: de dag na je bevalling is alle misselijkheid als bij toverslag verdwenen én heb je een wolk van een baby in je armen. Denk eraan, daarvoor doe je het. Dit maakt het helemaal de moeite waard, dat beloof ik je.

In tussentijd wens ik je veel goede moed en sterkte, als je last zou hebben van hyperemesis gravidarum. Hieronder geef ik mee wat ik persoonlijk het moeilijkst vond, en hoe je met sommige van die moeilijkheden kan omgaan.

Dit vond ik het moeilijkst aan het hebben van hyperemesis gravidarum

Mensen die je niet serieus nemen (vooral als dit medisch personeel is!)

Als je op mij lijkt, dan wil je vooral niet klagen, zo lang mogelijk doorgaan, en je zeker niet aanstellen. Ik denk dat niet alle artsen evenveel ervaring hebben met patiënten met hyperemesis gravidarum. Misschien krijgen artsen ook wel te maken met vrouwen die ‘gewoon’ misselijk zijn en daar veel ophef over maken. En zijn ze daarom sneller geneigd te denken dat je je wat aanstelt. Mijn ervaring is dat je dan echt moet duidelijk maken hoe extreem het is, en hoe zwaar de impact op je leven is. Dit deed ik in het begin waarschijnlijk onvoldoende, waardoor ik niet snel genoeg serieus genomen werd. Vooral artsen die niet gespecialiseerd zijn in gynaecologie zijn niet altijd voldoende vertrouwd met deze extreme vorm van zwangerschapsmisselijkheid. Zorg er dus zeker voor dat je een gynaecoloog te zien krijgt als je je met deze klachten aanmeldt bij het ziekenhuis. Zij kunnen de situatie correct inschatten en je de beste hulp geven.

De voortdurend terugkerende basistips

Ik kon echt kwaad worden als mensen maar bleven zeggen dat ik een beschuitje moest eten voor het opstaan. Echt? Dat ik daar niet aan gedacht heb! Ik moet gewoon een beschuitje eten, dan had ik mijn ziekenhuisopname kunnen vermijden. Vaak zijn de basistips als kleine beetjes eten, eten voor het opstaan en gember drinken echt goed bedoeld, maar je voelt je gewoon onbegrepen als je deze tips blijft krijgen nadat je ze al honderd keer hebt toegepast. En uiteraard helpen ze in jouw geval niet, want gebruikelijke tips tegen zwangerschapsmisselijkheid werken nu eenmaal niet bij een ongebruikelijke en extreme mate van klachten.

Mensen die denken dat ‘ze dit ook hadden’

Een persoonlijke ‘favoriet’: als je zegt dat je extreme zwangerschapsmisselijkheid hebt, reageren mensen vaak met: “ah, dat had ik ook.” Neen, jij was misselijk en moest af en toe overgeven. Dat hoort er nu eenmaal bij. Ben je niet met uitdrogingsverschijnselen opgenomen in het ziekenhuis, heb je geen weken moeten aansterken voor je weer normaal kon wandelen of een gesprek voeren, en heb je niet dag en nacht boven de toiletpot gehangen, dan mag je niet reageren met “ah, dat had ik ook.” Het is als klagen over een blauwe plek tegen iemand die door een bulldozer is overreden. Ik kon me daar soms over opjagen, maar eigenlijk moet je dit gewoon laten passeren. Mensen zeggen niet “dat had ik ook” omdat ze jouw ervaring willen minimaliseren. Ze denken gewoon echt dat je bedoelt dat je misselijk was en moest overgeven, en dat de kous daarmee af is. Je kwaad maken omdat je onbegrepen bent, heeft geen enkel nut. Laat het gewoon passeren.

Het feit dat ik medicatie moest nemen

Ik heb me enorm schuldig gevoeld omdat ik medicatie nam. In mijn ogen koos ik dan voor mijn eigen welzijn ten koste van de baby. Maar dit klopt helemaal niet. Je eigen welzijn is het welzijn van de baby. Als je misselijk bent en vaak overgeeft, moet je niet meteen panikeren, want de baby neemt wat hij nodig heeft. Maar dit klopt natuurlijk maar tot op een bepaalde hoogte. Als je zelf uitgehongerd en uitgedroogd bent, is het niet verstandig om de situatie nog verder te laten escaleren. De gezondheid van de moeder is ook erg belangrijk. Ik piekerde vooral over het nemen van medicatie, omdat de klassieke medicatie bij mij niet werkte of nare bijwerkingen had, en ik dus een minder vaak gebruikt medicijn moest nemen. En ondanks dat me verzekerd was dat dit ook een veilig middel was, werd ik pas gerust nadat ik zelf een aantal wetenschappelijke studies had gelezen waaruit bleek dat de prevalentie van afwijkingen bij baby’s niet hoger was dan normaal bij de groep vrouwen die dit middel namen tijdens de zwangerschap. Toch was ik blij dat ik op een gegeven moment goed genoeg was om te stoppen met medicatie tegen misselijkheid.

Het feit dat ik mijn werk niet meer goed kon uitvoeren

Ik houd van mijn werk, en ben gewoon om steeds mijn beste beentje voor te zetten. Hoewel ik best weet dat gezondheid belangrijker is dan werk, had ik er toch moeite mee om noodgedwongen enkele weken te moeten stoppen. Ik voelde me schuldig naar mijn werkgever en collega’s toe. Ten eerste val je als zwangere vrouw sowieso al een tijdje uit na de bevalling, maar daar kwamen nu nog extra weken bij door ziekte. Aan de universiteit werk je vaak met tijdelijke contracten, en elke week waarin je niet werkt is een week verloren voor het project waarvoor je werkt. Ik heb gelukkig heel begripvolle collega’s, maar ik merkte dat ik er zelf toch mee gewrongen zat. Bovendien voelde ik me na een tijdje thuiszitten opgesloten. Ik wilde graag weer mijn huis uitkomen, mensen zien, en me nuttig voelen.

Het idee dat ik blijer moest zijn met mijn zwangerschap

Ik was zielsgelukkig toen ik erachter kwam dat we een kindje verwachtten. En ik ben ook elke dag dankbaar geweest voor het kindje dat in mijn buik groeide. Maar toch ging die hyperemesis als een donkere wolk boven dat geluk. Als ik klaagde over de misselijkheid voelde ik me meteen ook schuldig. Want er zijn mensen wie het niet gegund is om een kindje te krijgen. Hoe durfde ik dan klagen over iets dat het gevolg was van zo’n groot geluk? Ook hierover voelde ik me schuldig. Toen ik in het ziekenhuis lag, vroeg ik me af: “waaraan ben ik toch begonnen?” En dan vervloekte ik mezelf dat ik niet blijer was. Maar het is erg moeilijk om in het rond te dansen van blijdschap als je compleet leeg, hondsmoe en vreselijk ellendig in een bed ligt weg te kwijnen. Ik ben er stellig van overtuigd dat de reactie van de omgeving in dit geval erg bepalend is voor de mate waarin dit overbodige schuldgevoel je parten speelt. Het hielp dat iemand mij op een bepaald moment zei: “ik heb twee zwangerschappen doorgemaakt, ik weet hoe een normale zwangerschap voelt, en geloof me, jij hebt geen normale zwangerschap. Een zwangerschap zou een mooie periode moeten zijn, maar voor jou is het rot.” En dit zorgde er in één klap voor dat ik me minder schuldig voelde. Ja, ik vond mijn zwangerschap erg zwaar en met momenten zelfs bijna ondraaglijk, maar daarnaast was ik wel blij met de baby die op komst was. En die twee mogen zeker naast mekaar bestaan.

Het aftellen naar beterschap die niet komt

In het begin van je zwangerschap weet je dat misselijkheid erbij hoort. Maar je verwacht ook dat dit betert. Als je in de plaats daarvan geconfronteerd wordt met steeds erger wordende misselijkheid, kan dit je moedeloos maken. De gynaecoloog in het ziekenhuis zei me dat de negende week het ergst was, en het dan zou beteren. Dus telde ik af. Maar het beterde niet. Overal hoor je dat misselijkheid een typisch kwaaltje is voor het eerste trimester. Dus telde ik af naar de 12 weken. Dan was er een vriendin die zei dat zij er op 13 weken vanaf was. Dus telde ik af naar de 13 weken. Helaas was dat het moment dat ik in het ziekenhuis terechtkwam. Dan las ik ergens op internet dat iemand na 14 weken geen last meer had van misselijkheid en probeerde ik me daar aan op te trekken. Dus telde ik af naar 14 weken. Nog steeds misselijk. Dan hoorde ik via via dat iemand na 16 weken van hyperemesis verlost was. Dus telde ik af naar 16 weken. Dan hoorde ik dat de magische grens toch die van 20 weken was. Dus telde ik af naar 20 weken. Maar ik bleef misselijk. Het is vrij frustrerend als je telkens je hoop zet op een moment waarop de misselijkheid over zou moeten zijn, en je die termijn weer overschrijdt zonder dat er enige beterschap in zicht is.

Uiteindelijk was de ergste misselijkheid bij mij gepasseerd na zes maanden. Met het risico dat ik iemand anders valse hoop geef: het kan dus wel degelijk beteren later in de zwangerschap! De misselijkheid is bij mij nooit verdwenen, maar het werd wel weer draaglijk.

Het idee dat ik het ziek zijn achteraf moest compenseren

Ik deed extra hard mijn best achteraf op het werk, nam extra taken op, weigerde hulp bij fysiek lastige activiteiten, en wou me over het algemeen sterk en stoer voordoen. Op een bepaald moment zag ik steeds meer zwangere vrouwen die zich als prinsessen lieten behandelen. Dat vond ik zelf overdreven, maar het confronteerde me wel met het feit dat ik juist het tegenovergestelde deed. Mensen die zeiden “rustig aan, je moet dat niet heffen,” wimpelde ik af. Maar de confrontatie met hoe andere zwangere vrouwen zich gedroegen, bracht me tot het inzicht dat ik de laatste maanden wou compenseren. “Ik ben genoeg ziek en zwak geweest, ik heb mijn portie begrip en hulp van anderen wel opgebruikt,” dacht ik onbewust. Ik las ook eens een artikel dat je zwangerschap een tijd hoort te zijn van extra zelfzorg, en bewust omgaan met die ervaring en je eigen lichaam. En ik deed eigenlijk het tegenovergestelde. Toen ik me dat realiseerde werd ik echt verdrietig. Ik had al ruimschoots afgezien, waarom zou ik nu extra hard zijn voor mezelf? Eenmaal ik tot dat inzicht kwam, besloot ik om wat meer aan mezelf te denken. Ik was het aan mezelf en dat kindje verschuldigd.

Lees ook: niet zo relaxed: verplicht genieten van je zwangerschap

Herken jij je in mijn verhaal? En werd je geconfronteerd met dezelfde moeilijkheden? Laat zeker een reactie achter. Zo hoop ik dat ook andere vrouwen in de toekomst hier een plek vinden waar ze herkenning, hoop en moed kunnen vinden.

hyperemesis gravidarum
Bron afbeelding: Unsplash

You may also like

Bloggen
Ben ik gestopt met bloggen?
dertig jaar
Is 30 jaar worden moeilijk?
2020
In 2020 heb ik kruimels van tafel opgeveegd
hoe is mama zijn echt?
1 jaar mama zijn: hoe is het écht?
Fietsen door de bomen in Limburg
Een update: hoe heb ik de tijd in mijn verlof besteed?
Doctoraatsverdediging
Mijn doctoraatsverdediging: hoe ik me die dag echt voelde

2 Responses

  1. Zoveel dingen die je vertelt zijn zo herkenbaar… gelukkig was het bij mij toch iets minder heftig en is het niet tot een ziekenhuisopname gekomen. Maar die eerste warme maaltijd in het ziekenhuis na de bevalling voelde aan als een maaltijd in een vijf sterren restaurant! Bij mij werkte de primperan totaal niet, maar postafene dan weer wel! Alleen werd ik er ongelooflijk suf van. En ja, ik had ook altijd een zakje mee in mijn handtas! Ondertussen is ons zoontje vier maanden oud en is het echt genieten. De eerste drie maanden na mijn bevalling voelden echt aan als de hemel en dat is volgens mij voor een groot stuk te wijten aan het feit dat ik me negen maanden zo rotslecht heb gevoeld. Zelfs nu na vier maanden ben ik vaak nog altijd dankbaar dat ik weer kan genieten van een uitgebreide maaltijd.

    1. Haydée

      Dat kan ik me perfect voorstellen dat die eerste maaltijd zo’n deugd deed! En ja, gek hoe de werking van die medicatie zo verschilt van persoon tot persoon. Ik herken ook wat jij vertelt over de belevenis na de bevalling. Heerlijk om terug ‘jezelf’ te zijn, met zo’n klein wezentje in je armen. De ervaring met hyperemesis gravidarum heeft bij mij ook de angst voor de bevalling zelf wat weggenomen. Het kon onmogelijk erger zijn dan dit, haha!

Leave a Reply

CommentLuv badge

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.