Van lelijk LinkedIn-eendje tot mooie zwaan: basistips voor jouw profiel
Lara Deraes is als ‘social media queen’ vandaag gastblogger op Work in Heels. Ontdek in dit artikel hoe je alles uit je LinkedIn-profiel haalt.
Tips voor een goed LinkedIn profiel
Naar schatting zouden we ondertussen al met zo’n drie miljoen Belgen op LinkedIn zitten. De kans is dus groot dat ook jij al een account hebt. Maar haal je er ook alles uit wat erin zit? Ik geef je graag enkele tips zodat de basis van je Linkedin-profiel alvast goed zit. Want een goed begin is alvast het halve werk!
De heilige drievuldigheid
Je krijgt maar één kans om een goede eerste indruk te maken, en dat is op LinkedIn niet anders. De eerste drie dingen die mensen van jou te zien krijgen, zijn je naam, foto en tagline.
Grote kans dat dit het eerste is wat anderen van jou te zien krijgen
Als naam kies je best je volledige naam. Anders dan bij bijvoorbeeld Facebook, is het net de bedoeling dat je snel gevonden wordt. Op LinkedIn post je normaal ook geen zaken uit jouw privé-sfeer maar blijf je net professioneel. Waarom zou niemand je dan mogen vinden? Jouw LinkedIn-profiel moet net jouw online visitekaartje zijn. Bovendien als je toekomstige werkgever jou googelt, dan kan maar beter jouw professionele profiel bovenaan de zoekresultaten verschijnen, dan die gênante foto’s van op dat ene wilde feestje.
Zorg er ook voor dat je je naam met hoofdletters schrijft waar nodig. Klinkt logisch, maar ik zie nog elke dag mensen die het niet doen. Het moet niet gezegd worden dat dat wel érg slordig overkomt.
Laat die duckface achterwege
Ook voor je profielfoto ga je op LinkedIn anders te werk dan op Facebook. Je kiest het best een neutrale foto waar je alleen op staat. Geen foto’s met je kinderen, huisdier of man/vrouw dus. Foto’s in bikini, met een duckface of waarop je duidelijk aan het feesten bent, zijn eveneens not done. Hou het stijlvol. Daarnaast mag je foto niet te wazig, klein of donker zijn. Mensen moeten natuurlijk wel wat kunnen zien op je foto!
Maar wat is dan wel een goede foto? Idealiter zijn je hoofd en schouders te zien. Je neemt het best een open, vriendelijke houding aan. Overdreven glimlachen is niet nodig, maar nors kijken is allesbehalve een goed idee. Jouw outfit komt professioneel over en matcht met wat je op je werkplek draagt. Zo’n mantelpakje kan best wel wat hebben, maar als je op je werk altijd in je jeans opdaagt, is het niet representatief. En vooral: jouw foto lijkt op jou. Draag je normaal altijd een bril? Dan draag je die het best ook op je foto. Ben je nu al een tijdje een brunette, maar sta je op je profielfoto nog altijd met blonde lokken? Tijd voor een update!
Less is more
Het derde onderdeel waar ik het over wil hebben, is de tagline. Dat is het kleine lijntje tekst naast of onder jouw profielfoto. Daarin moet je kort en bondig vertellen wat je nu eigenlijk doet. Dat kan één ding zijn, zoals ‘Junior Marketeer bij Bedrijf X’, maar eventueel kan je ook meerdere zaken vermelden. Hou je bijvoorbeeld een blog bij in je vrije tijd? Dan kan je kiezen voor ‘Junior Marketeer Bedrijf X – Blogger Blog Y’. Ook specifieke interesses of karaktertrekken die relevant zijn voor jouw job, kan je eventueel vermelden.
Hou het wel binnen de perken. Jouw tagline moet jou kort voorstellen en dus geen halve biografie zijn. Persoonlijk hou ik een richtlijn van twee à drie dingen aan. Ben je op zoek naar werk? Dan vermeld je dat best in je tagline. Denk dan aan een zin als ‘op zoek naar een job in de digitale sector’, ‘klaar voor een nieuwe uitdaging in de sales’ of een Engelstalige variant. Recruiters zoeken namelijk actief op dit soort woorden. Zo kunnen ze jou vinden en wie weet hebben ze wel een job voor jou die perfect bij jou past!
Ook kan jouw tagline een extra verkooppraatje zijn als je bijvoorbeeld freelancer bent. Dus niet ‘freelance copywriter’, wel ‘Ik schrijf teksten die verkopen’. Je kan dus zeker erg creatief omspringen met jouw tagline! Het hangt er maar net van af wat je doet en wat je wil bereiken. Bottom line blijft dat het gewoon kort moet weergeven wie jij bent en wat jij doet.
Zelfs met een beperkt aantal woorden, kan je creatief uit de hoek komen!
En de rest?
Met die eerste indruk zit het ondertussen wel goed. Nu is het grotere werk aan de beurt, namelijk jouw profiel. Bovenaan heb je plaats voor een korte introtekst. Daarin stel je jezelf voor. Wie ben je, wat doe je, waar liggen je professionele interesses,… Hier voel je best zelf aan wat je graag aan de wereld – of toch de andere LinkedIn-leden – wil vertellen. Al geldt hier ook weer dat je geen heel epistel over jezelf moet schrijven. Wie heeft er tijd om dat te lezen? Persoonlijk vind ik het ook altijd vreemd als je in de derde persoon over jezelf praat op je profiel. Dat doe je in het echt toch ook niet? Voor mij dus een enorme no-go.
Je introtekst aanpassen kan door naar je eigen profiel te gaan en op het potloodje rechtsboven te klikken.
Een overzicht van al jouw ervaring
Voeg aan de rest van je profiel je studies, huidige en vorige jobs en relevante hobby’s en/of vrijwilligerswerk toe. Zeker als je jong bent en nog maar weinig ervaring hebt, kunnen die laatsten het verschil maken. Was je bijvoorbeeld enkele jaren Chiroleider? Dan kan je dat maar beter vermelden, want daar leerde je bijvoorbeeld in groep samen te werken. Dat je af en toe op je jongere broertje oppaste, maakt dan weer minder indruk.
Eens je die toegevoegd hebt, is het ook belangrijk om te omschrijven wélke skills je daar nu precies geleerd hebt. Neem nu die Chiroleider: ‘Ik gaf 5 jaar leiding in Chiro ’t Zonnetje.’ Leuk voor jou, maar wat vertelt dat nu over jou? Beter omschrijf je kort wat jouw functie was, wat je er precies deed en wat je er geleerd hebt. Wat veel meer indruk maakt, is het volgende: ‘Ik gaf 5 jaar leiding aan kinderen van 6 tot 12 jaar. Elke zondag zorgde ik voor de algemene organisatie, daarnaast organiseerde ik ook een eetfestijn met 500 bezoekers en een tiendaags kamp. Ik leerde er vooral in groep samenwerken, de leiding nemen en grote evenementen te organiseren.”
Wil je het nog overzichtelijker? Dan kan je overwegen om met bullet points en steekwoorden te werken.
Je kan ook per ervaring heel wat extra dingen toevoegen. Links, foto’s, video, PDF’s, PowerPoints,… Een mooie kans dus om jouw werk te tonen! Ben je bijvoorbeeld blogger, dan link je uiteraard naar je beste blogposts. Ben je af en toe als spreker te boeken? Geef alvast een voorproefje door je PowerPoint via SlideShare te embedden. De mogelijkheden zijn haast eindeloos. Maar ook hier geldt ‘less is more’, dus kies enkel voor de beste voorbeelden van jouw werk.
Lees ook: een blog starten om je werk in de kijker te zetten
Rich media voeg je toe door een van jouw ervaringen te bewerken en dan naar onder te scrollen.
Parlez-vous français?
In welke taal moet je nu aan de slag gaan? Meestal wordt Engels aangeraden, maar doe vooral waar je jezelf goed bij voelt. Een goed geschreven Nederlands profiel is in mijn ogen waardevoller dan een Engelstalige profiel waar je zo tien fouten spot. Ben je onzeker over je taal, laat je teksten dan nalezen door iemand anders. Dat is niks om je over te schamen, maar net erg professioneel! Eventueel kan je ook overwegen om je introtekst in meerdere talen te schrijven. Kies je binnen België voor Engels, Nederlands en Frans, dan ben je voor haast iedereen toegankelijk.
Heb jij nog goede LinkedIn tips? Laat het zeker weten in een reactie!