3
mei
2017
Elke Struyf

Power Woman: Elke Struyf

Ik ken heel wat inspirerende vrouwen. Vrouwen met een visie, vrouwen met een droom, vrouwen die een risico durfden nemen. Deze maand kreeg ik de eer om Elke Struyf een aantal vragen te stellen. Elke Struyf is professor aan de Universiteit van Antwerpen, en doceert diverse vakken in de academische lerarenopleiding. Naast een heel aantal wetenschappelijke artikelen, is ze ook auteur van praktijkgerichte boeken over zorg op school, klasmanagement en co-teaching.

Naam: Elke Struyf

Geboortedag: 28 mei 1970

Beroep: Hoogleraar Onderwijswetenschappen – Onderzoeker en lerarenopleider (Universiteit Antwerpen)

Studies:

  • Licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen – optie Onderwijskunde (1993), KU Leuven
  • Geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs (1993), KU Leuven
  • Doctor in de Pedagogische Wetenschappen (1998), KU Leuven

 

Hoe ziet een typische werkdag er bij jou uit?

Een typische werkdag? Die heb ik niet, en dat vind ik net ook het boeiende aan mijn job. Ik heb hoogstens een wat typische werkweek. Deze omvat lesgeven aan studenten die geboeid zijn om leraar te worden, bespreken van onderzoek van mijn wetenschappelijk medewerkers en doctoraatsstudenten, becommentariëren en beoordelen van wetenschappelijke publicaties van collega onderzoekers, en ja… ook veel vergaderen. Ik neem redelijk wat dienstverlenende taken op, zowel intern binnen de universiteit als daarbuiten. Ik ben bijvoorbeeld voorzitter van het Centrum voor Nascholing Onderwijs van de Universiteit Antwerpen, ondervoorzitter van de Onderwijscommissie Specifieke Lerarenopleiding, en lid van de VLIR werkgroep lerarenopleiding. Ik zetel dus ook in heel wat raden en commissies die allemaal toch enkele keren per jaar samenkomen.

Welke stappen zet je vandaag om je droom te realiseren?

Goh, deze vraag heeft me aan het denken gezet over wat ‘mijn droom’ juist is.

Op professioneel vlak vind ik het belangrijk dat het onderwijs dat ik verzorg en het onderzoek dat ik uitvoer maatschappelijke waarde heeft en betekenisvol is voor de leraar in de klas. Ik ben er best wel trots op dat vele van mijn onderzoeksideeën dankzij externe financiering gerealiseerd kunnen worden. Het is een hele erkenning wanneer externe beoordelaars de meerwaarde van mijn onderzoek delen. Ook uit de appreciatie van studenten voor mijn onderwijs haal ik veel voldoening. Kortom, ik voel me heel gelukkig in mijn job en dat voelt zeker aan als een droom.

Maar mijn dromen situeren zich ook op een ander vlak. Ik probeer lange werkdagen op tijd en stond af te wisselen met boeiende hobby’s en genieten van mijn gezin. Een goede balans vinden tussen werken en leven lukt me aardig en dat geeft mij ook energie. Mede onder impuls van mijn echtgenoot (en daar ben ik hem heel dankbaar voor) heb ik al heel wat grenzen verlegd. Verre reizen maken, trektochten met de rugzak (de Landmannalauger in Ijsland is zeker een aanrader), samen touren met de moto en rijden met de koersfiets, diepzeeduiken, skiën, marathons lopen, golfsurfen (maar dat lukt niet zo aardig)… het zorgt voor een welkome afwisseling tijdens en na intensieve periodes van hard werken.

Landmannalauger

De Landmannalauger, Bron afbeelding: Pixabay

Wanneer wist je dat je een academische carrière wou uitbouwen?

Zoals zo vaak in het leven, berust dit voor mij wel wat op toeval. Ik ben niet diegene die bij afstuderen dat doctoraatsdiploma meteen ambieerde. Mijn droomjob toen ik afstudeerde, was om te gaan werken als lerarenopleider aan een hogeschool. Maar toen dit na vele spontane sollicitatiebrieven niet meteen iets opleverde, ben ik gestart op een vierjarig onderzoeksproject aan de KU Leuven. Na twee jaar diende ik de keuze te maken om op dit onderzoeksproject te doctoreren of niet. Ik heb deze kans toen gegrepen en behaalde in 1998 mijn doctoraatsdiploma. Maar ook dan aasde ik niet op die academische carrière. Ik vervulde enkele korte interimopdrachten als lerarenopleider en werkte ook nog even op een overheidsdienst. Toen mijn toenmalige promotor mij opnieuw een tweejarig onderzoeksproject aanbood als post-doc medewerker, keerde ik terug naar de universiteit. En dat is sindsdien mijn habitat gebleven – eerst de KU Leuven en sinds 2006 de Universiteit Antwerpen.

Wat was tot nu toe de grootste moeilijkheid in je loopbaan, en hoe ben je hiermee omgegaan?

Het promotiebeleid dat aan universiteiten gevoerd wordt zorgt wel eens voor grote frustraties. Je start doorgaans als docent en kan dan de academische ladder opklimmen en bevorderd worden tot hoofddocent, hoogleraar en tot slot ‘gewoon hoogleraar’. Dit systeem van bevordering is uitermate competitief. Er bestaan criteria voor bevordering, maar zelfs al haal je deze criteria, dan nog is een bevordering niet gegarandeerd. Een moeilijk moment vond ik dan ook het moment waarop de rector je per brief laat weten dat je wel ruim voldoet aan de bevorderingscriteria, maar dat je omwille van een gebrek aan bevorderingsplaatsen toch niet bevorderd wordt. Dit gaf toch wel even een motivatiedip; je voelt je op dat moment – ondanks je harde werken en je loyaliteit naar je universiteit toe – toch niet echt gewaardeerd. Wie ‘uit de (promotie)boot valt’ – en dit zijn helaas veel collega’s – krijgt dan wel nog de kans om zijn/haar bevordering te bepleiten voor de centrale beoordelingscommissie die na deze ronde nog 1 of 2 personen kan bevorderen. Ik heb toen deze kans toch maar gegrepen onder het motto ‘een neen heb je al, een ja kan je krijgen’en het deed me dan toch plezier dat ik uiteindelijk toch nog voor promotie werd voorgedragen.

Een neen heb je al, een ja kan je krijgen

Wat vind je het leukst aan je beroep?

Als zelfstandig academisch personeel kan je in grote mate eigen accenten leggen in je werk. Het is soms heel druk, maar ik besef dat ik dit vaak aan mezelf te danken heb. Ik vind het nog altijd een eer dat men mij vraagt voor een opdracht en zeg dus niet gemakkelijk ‘neen’ op een vraag. Een goed gevulde werkdag met veel afwisseling doet mij ook floreren in mijn job. Verder vind ik het ongelooflijk boeiend om met jonge mensen samen te werken – met studenten of met onderzoekers. En als een leraar mij aanspreekt en zegt dat het onderzoek dat ik doe hem/haar geholpen heeft in zijn of haar job, dan is mijn dag helemaal goed.

Wat wens je jezelf toe in de toekomst?

Dat ik een goede balans kan houden tussen mijn job enerzijds en gezin en vrije tijd anderzijds. Ik ben nog nooit een dag met tegenzin naar mijn werk vertrokken en hoop dat dit zo nog even gaat blijven. De dag dat ik het werk aan de universiteit niet meer boeiend vind, verken ik andere horizonten.

Heb je tips voor jonge vrouwen die een gelijkaardige droom hebben?

Een academische carrière uitbouwen is niet voor iedereen weggelegd. Niet zozeer omwille van het gebrek aan talenten of ambities van jonge vrouwen, maar omwille van het gebrek aan opportuniteiten. Jaarlijks behalen veel jonge mensen een doctoraatsdiploma en slechts enkele gegadigden vinden hun weg naar het academische pad. Mijn tip is dan ook om met een breed toekomstperspectief voor ogen aan een doctoraatstraject te beginnen. Het is een boeiend maar veeleisend traject waar je jezelf ook kan tegenkomen. Maar je komt er altijd sterk uit, dat heb ik al meermaals gezien. Dus focus niet enkel op die academische carrière – er zijn nog heel veel mooie andere toekomstperspectieven weggelegd.

Elke Struyf

Bedankt Elke!

You may also like

Lachende vrouw
De te aanwezige vrouw
Huishouden
Wie doet het meest in het huishouden?
Doctoraatsverdediging
Mijn doctoraatsverdediging: hoe ik me die dag echt voelde
zwanger worden tijdens doctoraat
Zwanger worden tijdens je doctoraat. Een goed idee?
Mijn onwaarschijnlijke hoogtepunten uit 2019
visitekaartje in online tijden
Waarom nog visitekaartjes gebruiken in online tijden?

2 Responses

    1. Haydée

      Bedankt Aileen! Het is inderdaad de bedoeling dat dit een vaste rubriek is. Alleen is het er vorige maand niet van gekomen… 😀

Leave a Reply

CommentLuv badge

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.