Waarom het feministisch is om je eigen sokken te stoppen
Er is aan mij geen huishoudelijk wonder verloren gegaan. Hoewel er huishoudelijke taken zijn die ik echt fijn vind (ik kook bijvoorbeeld heel graag), ben ik niet het type dat dagelijks met de stofdoek in de hand door het huis loopt. Bij ons thuis ligt het doorgaans wel netjes, maar dat komt vooral omdat we een stuk van het huishouden uitbesteden, en omdat we gelukkig wel de discipline hebben om het niet té rommelig te laten worden. Wassen en strijken, sanitair kuisen, stof afnemen, ramen wassen,… Het zijn klusjes waar ik eigenlijk tegenop zie. Het enige moment waarop ik zulke dingen wel leuk vind, is in het paniekstadium in de twintig minuten voordat het bezoek toekomt. Dan gaan rondslingerende documenten netjes in een map, worden vette vingers van ramen en keukentoestellen gepoetst, krijgt het sanitair een tussentijdse opfrisbeurt, krijgen de planten water en ga ik als een bezetene met de stofzuiger door het huis. Mijn man verklaart me dan gek, want dit is volgens hem niet het moment om zulke dingen te doen. Volgens mij is dit het uitgelezen moment.
Ruzie over het huishouden hebben we eigenlijk nooit. We zijn beiden nogal pragmatisch als het hierop aankomt, en doen wat moet gebeuren. Ik neem een groter aandeel op mij in de keuken, hij in het washok. Niemand is Assepoester, niemand ligt in de hangmat. En tot voor kort dacht ik dat ik vrij goed bezig was, met een evenwichtige taakverhouding (al zwijg ik voor het gemak even over emotionele arbeid) en geen overdreven perfectionisme. Want alle ballen in de lucht houden is onhoudbaar.
Maar laatst werd me duidelijk dat ik toch niet helemaal goed bezig was. Ik was aan het praten over het feit dat enkele basisvaardigheden mij ontbraken wat betreft naai- en stopwerk. Helemaal geen probleem dacht ik. Tenslotte ben ik een feministe, en is het niet omdat je vrouw bent dat er automatisch van je verwacht moet worden dat je gaten in je sokken kan stoppen en knopen aannaaien. Toch?
Maar… wat doe je dan met die sokken die behalve een gaatje in de hiel best nog draagbaar zijn? En wat met panty’s zonder ladder maar met een gat op de plaats van de tenen? Vroeger gooide ik die weg, totdat ik me realiseerde dat dit ecologisch niet echt verantwoord was. Vermaken dan maar! Moeilijkere verstelwerken bracht ik sowieso al naar de naaister (echt een aanrader als je je kleren beter passend wilt maken), maar voor de simpele klusjes had ik iemand anders die met naald en draad aan de slag kon: mijn moeder. Altijd met liefde hersteld en de volgende dag alweer klaar om te dragen.
En dit is dus waar mijn blinde vlek zat. Ik dacht dat ik feministisch bezig was door niet toe te geven aan de verwachtingspatronen dat een vrouw haar kleren moet kunnen herstellen, maar terzelfdertijd gaf ik het werk gewoon door aan een andere vrouw. Hoe onfeministisch is dat?
Dus ging ik afgelopen week zelf aan de slag. Ik bekeek samen met mijn zoon een YouTube-tutorial over hoe een gat in je sok te stoppen (ik bekeek deze tutorial), zocht samen met hem een stuk speelgoed uit (een houten balletje) waarover ik de sok kon trekken, en herstelde voor het eerst in mijn leven een sok. Het gaf verrassend veel voldoening. Ik herstelde daarna nog een andere sok, een panty, en scheuren in twee broekjes van mijn kindje.
En zo komt het, dat ik door het stoppen van onze eigen sokken toch een feministische daad gesteld heb. Werk minder voor een andere vrouw, en een zoon die het in de toekomst ook normaal zal vinden om zelf kleine herstelwerkjes uit te voeren.